Voorrang verharde en onverharde weg
Voor een onverharde weg gelden andere voorrangsregels dan bij een verharde weg. Waar je als bestuurder op een verharde weg op een gelijkwaardig kruispunt altijd voorrang moet verlenen aan andere bestuurders die van rechts komen, is dat bij een onverharde weg anders geregeld. Als je van een onverharde weg komt, moet je bestuurders die op een verharde weg rijden voorrang verlenen. Het maakt dan niet uit of het andere verkeer van links of van rechts komt.
De regels voor tegemoetkomend verkeer zijn voor een verharde en onverharde weg wel hetzelfde. Dit betekent dat de regels ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’ en ‘korte bocht gaat voor lange bocht’ hetzelfde werken bij twee verharde wegen als bij een verharde en een onverharde weg. In dat geval krijgt de bestuurder op de onverharde weg in sommige gevallen dus voorrang.
Als je een onverharde weg nadert, is het daarom altijd belangrijk om goed naar de situatie te kijken. Zo weet je welke voorrangsregel je moet toepassen.
Onverharde weg voorrang voetgangers
Bij het verlaten van een onverharde weg moet je bestuurders op de verharde weg voorrang geven. Maar hoe zit het met voetgangers? Een voetganger is volgens de wet geen bestuurder. Daarom gelden er voor voetgangers andere voorrangsregels dan voor onder andere auto’s en fietsers. Als je een onverharde weg verlaat en er loopt een voetganger op de verharde weg, dan hoef je deze in principe geen voorrang te verlenen. Voetgangers moeten de bestuurders op de onverharde weg voorrang geven.
Er geldt een uitzondering voor blinden en slechtziende voetgangers met een blindegeleidestok en voetgangers die moeilijk ter been zijn. Dat soort voetgangers moet je altijd voorrang geven. Ook in een situatie waarin de regel ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’ geldt, krijgen voetgangers voorrang van bestuurders.