Invoegend verkeer voorrang, wat zijn de voorrangsregels?

Heeft invoegend verkeer voorrang op uitvoegend verkeer?

Invoegen is een bijzondere manoeuvre. Over elke bijzondere manoeuvre is in de wet vastgelegd dat je hierbij voorrang moet verlenen aan al het overige verkeer. Dat geldt bij het achteruitrijden, het verlaten van een uitrit, maar dus ook bij het invoegen op een (snel)weg. Je hebt als invoegend verkeer dus geen voorrang op het verkeer dat al op de weg rijdt. Hoewel het wenselijk is als het overige verkeer ruimte voor je maakt, is dat dus niet verplicht. Let dus zelf goed op waar je kunt invoegen en geef met je richtingaanwijzer duidelijk aan als je de manoeuvre gaat uitvoeren.

Is de invoegstrook tegelijkertijd ook een uitvoegstrook? Dan heb je te maken met een speciaal ‘weefvak’. Invoegende en uitvoegende bestuurders moeten in dat geval het verkeer dat op dezelfde rijbaan blijft voorrang verlenen. Iemand die op het weefvak blijft rijden en dus niet van rijbaan wisselt, moet in dat geval voorrang krijgen van bestuurders die wel van rijbaan wisselen. Van rijbaan wisselen is namelijk ook een bijzondere manoeuvre, waarbij je het overige verkeer dus voorrang moet verlenen.