Een T-splitsing is een type kruising waarbij nog weleens verwarring ontstaat over de voorrangsregels. Als je met meerdere auto’s of fietsers de splitsing nadert, wie heeft er dan voorrang? Dat antwoord is afhankelijk van een paar verschillende factoren. We leggen je uit hoe de voorrangsregels bij een T-splitsing geregeld zijn.
Om te bepalen welke bestuurders voorrang krijgen op een T-splitsing, is het allereerst belangrijk om te weten of de splitsing een gelijkwaardige of een ongelijkwaardige kruising is. Bij een gelijkwaardige kruising gelden de standaard voorrangsregels, bij een ongelijkwaardige kruising gelden er andere regels.
Een T-splitsing is een gelijkwaardig kruispunt als er geen verkeersborden, -tekens of -lichten op de kruising aanwezig zijn. Als dat het geval is, pas je de drie standaard voorrangsregels toe. Deze regels zijn:
Er zijn bepaalde uitzonderingen op die regels, die je ook toe moet passen. Zo hoeven trams zich niet aan bovenstaande regels te houden, krijgen bestuurders op een verharde weg altijd voorrang van bestuurders op een onverharde weg en moet je voorrangsvoertuigen met sirene en lichtsignalen altijd voor laten gaan.
Staan er op de T-splitsing wel verkeersborden, -tekens en/of -lichten? Dan gelden bovenstaande standaard voorrangsregels niet. In plaats daarvan wordt de voorrangssituatie geregeld door de borden, tekens en lichten. Houd je dus aan de regels die zij voorschrijven.
Komen er drie auto’s tegelijkertijd aan bij de T-splitsing? Dan kan dit bij een gelijkwaardige kruising voor een verwarrende situatie zorgen. Om dit op te lossen, is het belangrijk dat je de voorrangsregels goed weet toe te passen. Soms zullen in deze situatie meerdere auto’s voorrang moeten krijgen. De wet schrijft in dat geval niet voor welke bestuurder voorrang heeft. Maak dan oogcontact met je medebestuurders en los het onderling op.
Een voetganger is volgens de wet geen bestuurder. Daarom gelden er voor voetgangers andere voorrangsregels dan voor bijvoorbeeld auto’s en fietsers. Op een T-splitsing hebben voetgangers daarom in principe geen voorrang. De regel ‘rechts gaat voor’ geldt niet voor voetgangers.
De situatie wordt anders als er een zebrapad aanwezig is bij de T-splitsing. In dat geval moeten bestuurders voetgangers wel voorrang verlenen. Een voetganger op het zebrapad of iemand die op het punt staat het zebrapad te betreden, moet altijd voorrang krijgen.
Daarnaast geldt er een uitzonderingspositie voor voetgangers die blind of slechtziend zijn en een blindegeleidestok hebben. Aan hen moet je als bestuurder altijd voorrang verlenen. Datzelfde geldt voor voetgangers die slecht ter been zijn.
Als bestuurder is het belangrijk dat je de voorrangsregels goed kent. Veel oefenen met deze regels helpt daarbij. Wil je deze regels beter leren kennen? Oefen dan met theorie examens. Daarin kom je veel vragen over voorrangssituaties tegen. Ook T-splitsingen komen zeker aan bod. Heb je eerst nog wat extra uitleg nodig over de verschillende voorrangsregels? In onze uitgebreide uitlegfilmpjes leggen we je alles duidelijk uit. Dan ga je straks vol vertrouwen de weg op.
